Voorstellen energie- en vliegbelasting
Vliegbelasting
Het tarief van de vliegbelasting wordt vanaf 2026 gebaseerd op de eindbestemming van de passagier, niet op de eerste overstapluchthaven. De belasting kent drie afstandscategorieën:
- € 29,40 voor korte vluchten (EU, Caribisch NL en dichtbijgelegen landen);
- € 47,24 voor middellange vluchten (2.000-5.500 km);
- € 70,86 voor lange vluchten (> 5.500 km).
Deze progressieve opbouw sluit aan bij het principe 'de vervuiler betaalt'. Langere vluchten veroorzaken meer uitstoot en worden zwaarder belast. In plaats van per vlucht kilometers te berekenen, werkt de wet met vaste landenlijsten. Dit maakt uitvoering en controle eenvoudiger en geeft passagiers meer duidelijkheid. Bijzonder is dat het Caribisch deel van het Koninkrijk onder het lage tarief valt, ondanks de afstand. Dit is om de economische en maatschappelijke verbondenheid te beschermen.
Geen belasting voor transferpassagiers of veelvliegers
Overstappers in Nederland blijven vrijgesteld, om concurrentienadelen voor Schiphol te voorkomen. Ook komt er geen aparte veelvliegersbelasting. Dit is te complex en te privacygevoelig om uit te voeren.
Heffingskorting energiebelasting minder omlaag
De energiebelasting kent een belastingvermindering. Dit is een vast bedrag per jaar dat ongeacht de verbruikte hoeveelheid elektriciteit en aardgas in mindering wordt gebracht op de energierekening. In 2025 is het bedrag € 524,95 (excl. btw). In de praktijk wordt de belastingvermindering ook wel aangeduid als heffingskorting. Voorgesteld wordt om met ingang van 1 januari 2026 de belastingvermindering structureel te verhogen ten opzichte van het basispad. De verhoging in 2026 bedraagt € 9,30. Het verschil ten opzichte van 2025 is per saldo -€ 5,15 in plaats van de verlaging van € 14,45 die in het basispad zat.
Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 16-09-2025